Hoogbegaafde leerlingen
Wie ervaring heeft in het werken met hoogbegaafde leerlingen, weet dat zij:
• alles willen weten over het hoe en waarom, veel langer doorvragen en een ‘honger’ naar informatie hebben.
• al op zeer jonge leeftijd verbanden leggen, erg snel conclusies kunnen trekken en vaak heel goed kunnen formuleren.
• logisch denken, veel behoefte hebben aan variatie en zich heel lang op één onderwerp kunnen concentreren.
• sociaal heel vaardig kunnen zijn.
Studiebegeleiding aan hoogbegaafden lijkt op het eerste oog niet of nauwelijks noodzakelijk, maar in de praktijk ligt dat anders.
Want hoogbegaafde leerlingen:
• hebben geen of nauwelijks motivatie voor klassikaal onderwijs.
• weigeren instructie, uitleg of toetsstof te lezen die ze niet zinvol vinden.
• hebben vaak opvallend veel moeite met eenvoudige opdrachten en zijn dan snel bang om te falen.
• kunnen erg perfectionistisch van aard zijn, maar hebben daarnaast zeker last van faalangst.
• kunnen soms moeilijk aansluiting vinden bij leeftijdgenoten.
Mijn werkwijze
Hoogbegaafde leerlingen hebben vaak één ding gemeen: een zogenoemd ‘disharmonisch intelligentieprofiel’, met uitgesproken sterktes en zwaktes. Resultaten op school kunnen dus erg schommelen, vaak tot onbegrip van docenten, ouders en natuurlijk van de hoogbegaafde leerling zelf.
A. Het is daarom belangrijk om snel in beeld te krijgen waarom deze leerling onder presteert. Dit kan worden veroorzaakt doordat hij of zij nooit heeft ‘geleerd’ te leren (het kwam vroeger allemaal aanwaaien), geen idee heeft hoe het huiswerk te plannen en vaak structureel moeite heeft met het type vraagstelling bij toetsen en opdrachten. Ook kan het zijn dat leerstof simpelweg niet boeiend genoeg is of te oninteressant door een docent wordt gegeven.
B. Hoogbegaafden hebben vervolgens speciale begeleiding nodig bij school- en huiswerk. Een goed voorbeeld is het top-downprincipe: lesstof neem ik bijvoorbeeld in omgekeerde richting door. Dus niet werken via deelonderwerpen, maar direct bij de kern van een onderwerp beginnen. Niet een onderwerp blijven herhalen, maar koppelingen leggen met onderwerpen die elkaar raken. En niet stapje voor stapje leren, maar de hoogbegaafde ruimte geven voor zelfontplooiing.
C. In mijn begeleiding staat, naast dit soort methodieken, het terugwinnen van het zelfvertrouwen centraal. Uit jarenlange ervaring weet ik dat een begeleider altijd moet uitgaan van de ‘unieke kracht’ (talenten) van de hoogbegaafde leerling. Pas daarna volgen zaken als stimuleren, motiveren, tips, trucs, de leerling positief uitdagen en hem niet laten opgeven. In dit proces neemt een goede afstemming met ouders (overdracht op maat: niet eens per maand, maar per keer) en een goed contact met school een belangrijke plaats in. Hoogbegaafde leerlingen een stuk gelukkiger maken is immers iets wat alleen met gezamenlijke inspanning mogelijk is!
Hoogbegaafden hebben vervolgens een speciale begeleiding nodig
bij het begeleiden van school- en huiswerk. Een goed voorbeeld
is het top-downprincipe: lesstof neem ik bijvoorbeeld in omgekeerde
richting door. Dus niet werken via deelonderwerpen, maar direct
bij de kern van een onderwerp beginnen. Niet een onderwerp blijven
herhalen, maar koppelingen leggen met onderwerpen die elkaar raken.
zijn. En niet stapje voor stapje leren, maar de hoogbegaafde ruimte
geven voor zelfontplooiing.
In mijn begeleiding staat, naast dit soort methodieken, het terugwinnen
van het zelfvertrouwen centraal. Uit jarenlange ervaring weet ik dat
een begeleider altijd moet uitgaan van de ‘unieke kracht’ (talenten) van
de hoogbegaafde leerling. Pas daarna volgen zaken als stimuleren,
motiveren, tips, trucs, de leerling positief uitdagen en hem niet laten
opgeven. In dit proces neemt een goede afstemming met ouders
(overdracht op maat: niet eens per maand, maar per keer) en een goed
contact met school een belangrijke plaats in. Hoogbegaafde leerlingen
een stuk gelukkiger maken is immers iets wat alleen met gezamenlijke
inspanning mogelijk is!